De ontdekking van de aarde (2)

De Gaia hypothese

De eerste foto’s van onze planeet aarde, vanuit de ruimte genomen in de jaren ’60, bezorgde ons een schok omdat we ons bewust werden van de kwetsbaarheid van onze blauwe planeet. Wat waren we eigenlijk aan het doen, vraagt hoogleraar geologie, Peter Westbroek (Leiden Universiteit), zich af in zijn boek “De dynamiek van de aarde”(Contact, 1992), met al die oorlogen, vervuiling, zure regen, woestijnvorming, het broeikaseffect en het uit elkaar vallen van het ons tegen straling beschermende ozonschild. We gingen langzaam beseffen hoe de natuurlijke orde door ons werd verstoord.

Hoe zou de aarde hier op gaan reageren, vroeg men zich af. En hoe werkt die aarde eigenlijk, werd steeds meer de vraag. Een omvattend vierdimensionaal beeld zou hier eigenlijk inzicht in moeten geven,  een samenwerkingsverband tussen fysische, chemische, biologische en culturele wetenschappers. Maar de wetenschappers waren verdeeld, vertelt Westbroek. Opgesplitst in disciplines, die ieder op eigen kracht niet in staat bleken om te verklaren hoe de aarde zich heeft ontwikkeld als een enkelvoudig geïntegreerd systeem.

De Russische wetenschapper Vladimir Vernadski (1883-1945) had al eerder een omvattend perspectief ontwikkeld, maar werd niet serieus genomen door zijn collega’s. Toch ontstaat er geleidelijk een groei naar meer  interdisciplinaire samenwerking. Aanvankelijk dachten geologen nog alleen in termen van fysiologische  processen en krachten, zoals het smelten van gesteenten, de sortering van zandkorrels in stromend water. Daaropvolgend kreeg men ook oog voor chemische  processen en ontstonden de vakken geofysica en geochemie. En sinds kort beginnen de geologen, stelt Westbroek vast, ook het leven te zien als een geologische kracht. Uiteindelijk komen ook de biologische  aspecten van planeet aarde steeds meer in de belangstelling. Maar het inzicht in het functioneren van onze planeet blijft nog steeds vaag.

 

De radicaalste visie op de rol van het leven op aarde danken we aan de Britse chemicus en onderzoeker James E. Lovelock. Met zijn GAIA-HYPOTHESE heeft hij wereldwijd de aandacht getrokken. Hij ziet de aarde als een superorganisme dat zichzelf miljarden jaren in stand heeft gehouden. Alle levende systemen zouden samen met hun directe omgeving automatisch condities verzekeren waarin het leven goed kon gedijen.

De gevestigde wetenschap lachte hem uit en noemde het concept Gaia een soort geloof met een religieuze dimensie en wetenschappelijk absoluut niet geloofwaardig. Maar, zo stelt de Leidse hoogleraar geologie Peter Westbroek,  zodra we aan Gaia de pretentie van hypothese ontnemen en het concept alleen gebruiken als strategie voor onderzoek, vervliegt de quasi-religieuze gevoelswaarde en komt de weg vrij voor een nieuwe benadering van aarde en leven. Integratie van natuur- en menswetenschappen – fysische, chemische, biologische en culturele – blijkt daarvoor hard nodig, aldus Westbroek. Dit deed Lovelock.

Laten we de volgende keer eens kijken hoe Lovelock zelf zijn concept Gaia van uitleg voorziet.

 

Hans Pijnaker

 

 

Scroll naar boven